FMT tegen MDR-bacteriën

Aurora van de Loo
30 april 2024
2 min

Onderzoek van LUMC en de Nederlandse Donor Feces Bank (NDFB) toont aan dat fecale microbiota transplantatie (FMT) een gunstig effect heeft op de kolonisatie van multiresistente bacteriën (MDR) bij patiënten met recidiverende Clostridioides difficile-infectie (rCDI). Op korte en lange termijn werden significante verminderingen waargenomen in de kolonisatie van MDR-bacteriën en antibioticaresistentiegenen na FMT. Dr. Elisabeth Terveer, arts-microbioloog en hoofdonderzoeker, gaat in de toekomst kijken of de behandeling ook aanslaat bij andere patiëntgroepen.

Resistentie

Multiresistente bacteriën vormen een groeiende bedreiging voor de gezondheidszorg. Antibioticaresistentie maakt effectieve behandeling van infecties steeds moeilijker. Er wordt gedacht dat FMT de diversiteit van de darmmicrobiota herstelt na antibiotische behandeling, waardoor de groei van C. difficile-sporen wordt voorkomen, en mogelijk ook het risico op andere infecties vermindert. Dit onderzoek richt zich op de effectiviteit van FMT bij het verminderen van MDR-bacteriën bij patiënten met rCDI..1

Onderzoeksopzet

Het effect van FMT op de kolonisatie met MDR-bacteriën en antibioticaresistentiegenen (ARG) werd onderzocht. Fecesmonsters van patiënten met meerdere terugkerende C. difficile-infecties werden verzameld voor en na FMT. De aanwezigheid van MDR-bacteriën en ARG werd bepaald door een combinatie van kweekonderzoek en fecale metagenomics. Er werd gekeken naar zowel de korte- (3 weken) als langetermijneffecten (1–3 jaar) van FMT.1

Resultaten

Na FMT werd een significante afname van MDR-bacteriekolonisatie waargenomen, zowel op korte als op lange termijn:1

  • Op basis van MDR-kweek werd een afname van 23% naar 11,5% in de kolonisatiegraad van MDR-bacteriën na FMT gezien; de MDR-bacteriekolonisatie was gehalveerd.

Het resistoom, de totale verzameling antibioticaresistentiegenen (ARG), vertoonde ook een duidelijke afname na FMT:1

  • Metagenomic sequencing liet na FMT een afname zien in de relatieve hoeveelheid ARG's, hoewel het aantal verschillende ARG's in ontlasting van patiënten hoger bleef dan dat van de gezonde fecesdonoren.
  • Computervoorspellingen duidden op een verhoogde hoeveelheid plasmiden (mobiele genetische elementen) met ARG's in patiënten ten opzichte van donoren. En dit verschil bleef zichtbaar na FMT, wat erop duidt dat deze plasmiden (vrijwel onverminderd) kunnen persisteren na FMT.
  • Op lange termijn waren de resistomen van de ontvangers nog steeds donor-achtig, wat suggereert dat het effect van FMT jaren kan aanhouden.

Conclusie

FMT blijkt effectief te zijn in het verminderen van MDR-bacteriën bij patiënten met rCDI. Dit suggereert dat FMT niet alleen nuttig is voor de behandeling van CDI, maar ook een veelbelovende strategie kan zijn voor het verminderen van antibioticaresistentie in het algemeen.1

Toekomstige onderzoeken

Verdere studies zijn nodig om de langetermijneffecten van FMT op MDR-bacteriën te onderzoeken, evenals de optimalisatie van FMT-protocollen en de identificatie van patiënten die het meest baat hebben bij deze behandeling.1

Een onderzoek bij patiënten met kanker is opgestart om te kijken of FMT ook bij deze groep aanslaat. “We zijn nu een studie gestart met het Antoni van Leeuwenhoek Ziekenhuis om te kijken of dezelfde behandeling ook aanslaat bij patiënten met uitgezaaide melanomen om het effect van de immuuntherapie die zij krijgen te versterken. De gedachte daarachter is dat een poeptransplantatie zo'n sterke immuunrespons opwekt dat het eigen immuunsysteem van een patiënt de kankercellen veel adequater gaat opruimen”, aldus dr. Terveer.2

Met dank aan Sam Nooij (Promovendus en Bio-informaticus) en Elisabeth Terveer (arts-microbioloog), beide werkzaam bij LUMC

Deel blog:

Referenties

1. Nooij S, et al.; Genome med. 2024; https://doi.org/10.1186/s13073-024-01306-7
2. Nieuwsbericht LUMC, 16-04-2024; https://www.lumc.nl/actueel/2024/leidse-kak-helpt-patienten-af-van-resistente-darmbacterien/