Vaginale bacterie vergemakkelijkt infectie met hiv-1

Aurora van de Loo
27 september 2022
1 min

In een recente studie is ontdekt dat een specifieke bacterie de kans op infectie met het humaan immunodeficiëntievirus type 1 (hiv-1) verhoogt. De onderzoekerspleiten daarom nu voor gerichte behandeling tijdens vaginale dysbiose om hiv-1-infectie te beperken. De resultaten van het onderzoek zijn gepubliceerd in het EMBO journal.

Infectie

De belangrijkste route van hiv-1-overdracht naar vrouwen is via het cervicovaginale slijmvlies tijdens geslachtsgemeenschap. Onder niet-inflammatoire omstandigheden verkeren vaginale Langerhans cellen (LC) in een onrijpe staat en beschermen ze tegen infectie via autofagie-gemedieerde degradatie van het virus. Bij activatie van de LC wordt deze antivirale functie aangetast. De geactiveerde LC kunnen worden geïnfecteerd door het hiv-virus en dit overdragen aan witte bloedcellen (CD4+ T cellen).

Vaginale dysbiose

De samenstelling van het vaginale microbioom beïnvloedt de vatbaarheid voor infectie. Dysbiose van de vaginale microbiota wordt geassocieerd met een verhoogde kans op hiv-1 infectie, maar de onderliggende cellulaire mechanismen blijven onduidelijk. Het was nog onduidelijk of de bacteriën, in het bijzonder die welke geassocieerd worden met vaginale dysbiose, rechtstreeks de antivirale functie van LC beïnvloeden.

Bacterie versterkt hiv-1 opname

De impact van commensale en dysbiose-geassocieerde vaginale (an)aerobe bacteriële soorten op de antivirale functie van LC werd onderzocht.

De meeste van de geteste bacteriën hadden geen invloed op de hiv-1 restrictieve functie van LC. Prevotella timonensis induceerde echter een enorme opname van hiv-1 door vaginale LC. Het geïnternaliseerde virus bleef dagenlang infectieus en de opname werd niet beïnvloed door antiretrovirale geneesmiddelen. P. timonensis transformeert LC in principe in hiv-1 reservoirs.

LC die blootgesteld waren aan P. timonensis brachten hiv-1 ook efficiënt over naar andere cellen. Bovendien versterkte blootstelling aan P. timonensis ook de opname en overdracht van de hiv-1 varianten die infectie veroorzaken na seksuele overdracht.

Conclusie

De bevindingen suggereren dat P. timonensis kan zorgen voor verhoogde hiv-1 gevoeligheid tijdens vaginale dysbiose. De onderzoekers pleiten daarom voor het verbeteren van de preventie en behandeling van bacteriële vaginose, en specifiek P. timonensis, om de gevoeligheid voor hiv-1 in kwetsbare populaties te verminderen.

Referentie

  1. van Teijlingen NH, et al. EMBO J. 2022; https://doi.org/10.15252/embj.2022110629

Deel blog: