Oefentherapie voor knieartrose

Aurora van de Loo
4 april 2023
1 min

De voordelen van lichaamsbeweging bij patiënten met knieartrose zijn goed gedocumenteerd, maar de optimale trainingsdosis was onbekend. In een nieuw onderzoek is het verschil tussen hoge-dosis en lage-dosis oefentherapie bij patiënten met langdurige symptomatische knieartrose beschreven. De resultaten zijn recent gepubliceerd in Annals of Internal Medicine.

Knieartrose is een veel voorkomende aandoening die kan leiden tot chronische gewrichtspijn, kniestijfheid, verminderde kniefunctie en verminderde kwaliteit van leven (QoL). Oefening wordt beschouwd als een gunstige behandeling voor knieartrose.

Er is weinig bekend over de optimale dosis lichaamsbeweging voor knieartrose in termen van frequentie en duur. Het doel van deze studie was het evalueren van hoge-dosis versus lage-dosis oefentherapie met betrekking tot kniefunctie, pijn en kwaliteit van leven (QoL) bij patiënten met chronische artrose van de knie.

Onderzoek

Het betreft hier een gecontroleerde multicenterstudie met meerdere follow-ups tot twaalf maanden na de interventie. Patiënten met chronische knieartrose  (≥ drie maanden) werden bij start willekeurig ingedeeld in de hoge-dosis of lage-dosis oefentherapiegroep. Er was geen controlegroep.

Er werd gebruik gemaakt van op de patiënt afgestemde oefenprogramma's volgens de principes van medische oefentherapie. De oefeningen werden drie keer per week gedurende twaalf weken uitgevoerd (onder toezicht van een fysiotherapeut). In de hooggedoseerde oefengroep duurde elke behandelingssessie 70 tot 90 minuten en omvatte deze elf oefeningen, terwijl in de laaggedoseerde oefengroep elke sessie 20 tot 30 minuten duurde en vijf oefeningen omvatte.

De kniefunctie werd tussen de groepen vergeleken middels de Knee Injury and Osteoarthritis Outcome Score (KOOS). Daarnaast werd gekeken naar pijn en QoL.

Resultaten

189 patiënten met gediagnosticeerde knieartrose en een voorgeschiedenis van pijn en verminderde kniefunctie werden toegewezen aanhooggedoseerde therapie (n = 98) of laaggedoseerde therapie (n = 91).

Beide groepen verbeterden na verloop van tijd, maar er waren geen voordelen van hooggedoseerde therapie in de meeste vergelijkingen. Een uitzondering was de KOOS-score voor functioneren in sport en recreatie, waar de hoge-dosis therapie superieur was aan het einde van de behandeling en bij zes maanden follow-up. Er werd ook een klein voordeel in QoL na zes en twaalf maanden waargenomen.

Conclusie

De resultaten ondersteunen niet de superioriteit van hooggedoseerde oefening boven laaggedoseerde oefening voor de meeste uitkomsten. Voor degenen die aan sport en recreatie doen, zou lichaamsbeweging in hoge doses een bescheiden voordeel kunnen hebben ten opzichte van lichaamsbeweging in lage doses.

Referentie

  1. Torstensen TA, et al.  Ann Intern Med. 2023; https://doi.org/10.7326/M22-2348

Deel blog: