Zorgen over ‘hellend vlak’ bij onderzoek gekweekte embryo’s

Sophie Schretlen
12 september 2025
3 min

De eerste bespreking in de Tweede Kamer over het toestaan van embryokweek voor wetenschappelijk onderzoek leidde tot aanzienlijke bezorgdheid. Aanleiding voor het debat was het initiatiefwetsvoorstel van VVD en D66 om het verbod op embryokweek voor onderzoek uit de Embryowet te schrappen. Voorstanders zien mogelijkheid voor cruciale wetenschappelijke vooruitgang. Tegenstanders vrezen daarentegen voor een 'hellend vlak': onderzoekers zouden steeds verdergaande toepassingen nastreven, terwijl zogenoemde ‘cowboys’ de in Nederland opgedane kennis zouden kunnen misbruiken om ethische grenzen te verleggen, aldus Rosanne Hertzberger (NSC). 

Meer dan een politieke kwestie, onderstreept het debat hoezeer wetenschappelijke innovatie en ethische waarden met elkaar verweven zijn; VVD en D66 wezen op de potentie voor wetenschappelijke vooruitgang, met name bij vruchtbaarheidsonderzoek, kunstmatige bevruchting, erfelijke en aangeboren aandoeningen en transplantatiegeneeskunde. Tegenstanders daarentegen, benadrukten de maatschappelijke gevolgen en ethische dilemma’s, en waarschuwden voor buitenlandse ‘piraterij’, waarbij kennis en onderzoeksresultaten geëxploiteerd zouden kunnen worden. Terwijl de indienende partijen de kritiek afdoen als bangmakerij, beticht Hertzberger hen van ‘goedbedoelde naïviteit’.

De centrale vraag is niet óf we wetenschappelijke vooruitgang willen, maar hoe. Dit roept dan ook fundamentele dilemma's op: wordt een embryo gereduceerd tot een instrument voor onderzoek, of heeft het een intrinsieke waarde die bescherming verdient? De vrees voor een 'hellend vlak' is hierbij concreet: als we het kweken van embryo's voor onderzoek toestaan, wat is dan de volgende stap? De deur zou opengezet kunnen worden voor genetische selectie op niet-medische gronden of zelfs voor modificaties aan de menselijke kiembaan, met onomkeerbare gevolgen voor toekomstige generaties.

Hiertegenover staat het belang van fundamenteel onderzoek als motor van innovatie. Dergelijk onderzoek levert niet alleen concrete toepassingen voor de gezondheidszorg, maar genereert ook kennis en inzichten die de basis vormen voor toekomstige doorbraken in medische en wetenschappelijke disciplines. Bovendien dragen deze innovaties significant bij aan een verbeterde volksgezondheid en waarborgen ze een hoogwaardig wetenschappelijk klimaat waarin talent zich kan ontwikkelen. Concluderend kan daarom worden gesteld dat professionele en ethische richtlijnen net zo cruciaal zijn als de wetenschappelijke onderbouwing van nieuwe procedures.

De ervaring leert dat nieuwe technologische ontwikkelingen de ethische normen voortdurend uitdagen, maar ook dat wetenschap en ethiek geen tegengestelden hoeven te zijn. Ondanks eerdere vergelijkbare debatten over IVF, klonen en genetische modificatie via CRISPR-Cas9
, bleek bij de introductie van IVF de vrees voor een ‘hellend vlak’ ongegrond te zijn, mede dankzij zorgvuldige regulering. Dit benadrukt dat robuuste ethische richtlijnen geen belemmering hoeven te zijn voor de wetenschap, maar juist een onmisbare voorwaarde voor verantwoorde vooruitgang.

Om ruimte en flexibiliteit in de huidige ethische overwegingen te creëren, is het essentieel eerst de geldende normen in kaart te brengen. Dergelijke kaders worden niet alleen bepaald door wetenschappelijke mogelijkheden en regelgeving, maar ook door het maatschappelijk draagvlak. Het debat kan daarom niet uitsluitend door politici en wetenschappers worden gevoerd; bij het opstellen van richtlijnen moet ook rekening worden gehouden met de bredere impact op de samenleving.

Het betrekken van de samenleving kan bovendien de ethische en wetenschappelijke grenzen zelf beïnvloeden. Hoe verandert genetisch onderzoek bijvoorbeeld onze perceptie van ziekte en handicap, en welke technieken worden nog als maatschappelijk nuttig ervaren? Het zorgvuldig managen van publieke opinie en transparant communiceren over zowel mogelijkheden als risico’s is cruciaal om het vertrouwen van de samenleving te winnen én te behouden.

De discussie over embryokweek is geen eindpunt, maar het begin van een zoektocht naar een toekomstbestendig en verantwoord wettelijk kader. Een simpel 'ja' of 'nee' volstaat niet.  De uitdaging ligt in het creëren van toekomstbestendige kaders die embryokweek binnen zowel ethische als maatschappelijke grenzen reguleren en tegelijkertijd ruimte laten voor wetenschappelijke innovatie. Zulke kaders vereisen heldere regels, onafhankelijk toezicht en de flexibiliteit om mee te evolueren met nieuwe wetenschappelijke inzichten. Alleen door een open en voortdurende dialoog tussen alle betrokken partijen te waarborgen, kunnen we een balans vinden tussen medische vooruitgang en de waarden die we als samenleving willen beschermen.

Voor meer informatie over dit onderwerp en een uitgebreid verslag over het debat, bezoek het originele artikel hier: Bron.

Deel blog: