Reuktraining verbetert bepaalde cognitieve functies bij patiënten met dementie

Aurora van de Loo
23 november 2021
2 min

Er bestaat een associatie tussen neurodegeneratieve aandoeningen en olfactorische disfunctie. Echter, of training van de reuk dan ook cognitieve stoornissen bij patiënten met dementie kan verbeteren was nog niet duidelijk. In een recente studie is daarom de impact van intensieve olfactorische training op cognitie onderzocht bij mensen met dementie.

Bij verschillende neurodegeneratieve aandoeningen, zoals de ziekte van Parkinson en de ziekte van Alzheimer, is olfactorische disfunctie een van de eerste symptomen die jaren vóór de fase met de typische motorische symptomen en cognitieve achteruitgang verschijnen. Het wordt dan ook beschouwd als een klinische marker van deze aandoeningen en het is ook een marker van ziekteprogressie en cognitieve achteruitgang (Marin, 2018). Olfactorische disfunctie is bijvoorbeeld een betere voorspeller van cognitieve achteruitgang dan episodische geheugentesten bij (ten tijde van de meting) cognitief intacte mensen (Davanand, 2015).

In de huidige studie heeft men getracht te onderzoeken of het trainen van het reukvermogen bij mensen met dementie impact heeft op de cognitie.

Methode

 Er werd een protocol voor intensieve olfactorische training (IOT) ontwikkeld om uiteindelijk de impact ervan op cognitieve domeinen bij patiënten met dementie te kunnen analyseren. Patiënten die deelnamen werden verdeeld in de experimentele groep (IOT-groep) en de controlegroep.

Bij aanvang van de studie vonden enkele basis-evaluaties (baseline) plaats: demografische gegevens, olfactorische functietest, depressieschaal en gedetailleerde cognitieve functietesten. Bij laatst genoemde werd gekeken naar de volgende domeinen: aandacht, geheugen, taal, globale cognitie, frontale executieve en visuospatiële functies.

Patiënten in de IOT-groep ondergingen vervolgens tweemaal per dag IOT met 40 geuren gedurende vijftien dagen, terwijl de patiënten in de controlegroep conservatief management kregen. Er waren 16 sets van geuren, waaronder hout, mint, zeep, koffie, citrus, kruidig en bloemig. Een set bestond zelf weer uit één of meerdere geuren. Zo bevatte de hout-set vijf geuren inclusief sandelhout en pijnboom en zaten er vier geuren in de kruiden-set; rozemarijn, basilicum, kamille en tijm.

Bij de follow-up werden de depressieschaal en de gedetailleerde cognitieve functietesten opnieuw afgenomen zodat duidelijk werd of er sprake was van verbetering.

Resultaten

Van 65 patiënten met dementie, 34 in de IOT-groep en 31 in de controlegroep, werden de gegevens geanalyseerd. De basiskenmerken waren niet verschillend tussen de twee groepen. De IOT-groep vertoonde echter significante verbeteringen in depressie, aandacht, geheugen en taal, maar niet in globale cognitie, frontale executieve, of visuospatiële functies vergeleken met de controlegroep.

Conclusie

Deze studie toont het vermogen van IOT om depressie te verlichten en om sommige cognitieve functies te verbeteren bij patiënten met dementie aan. De resultaten suggereren dat IOT een effectieve niet-farmacologische benadering kan zijn voor het verbeteren van de symptomen van dementie. Meer onderzoek op dit gebied is noodzakelijk.

Referenties

  1. Cha H, Kim S, Kim H, Kim G, Kwon KY. Effect of intensive olfactory training for cognitive function in patients with dementia. Geriatr Gerontol Int. 2021; https://doi.org/10.1111/ggi.14287
  2. Marin C, Vilas D, Langdon C, Alobid I, López-Chacón M, Haehner A, et al. Olfactory Dysfunction in Neurodegenerative Diseases. Curr Allergy Asthma Rep. 2018; https://doi.org/10.1007/s11882-018-0796-4
  3. Devanand DP, Lee S, Manly J, Andrews H, Schupf N, Doty RL, et al. Olfactory deficits predict cognitive decline and Alzheimer dementia in an urban community. Neurology. 2015; https://doi.org/10.1212/WNL.0000000000001132

Deel blog: