Invoering van het Meedenkadvies per 1 januari 2026

Sophie Schretlen
13 oktober 2025
2 min

Per 1 januari 2026 wordt het meedenkadvies geïntroduceerd als een nieuwe landelijke zorgprestatie binnen het S1-systeem van het Zorgprestatiemodel (ZPM). Deze toevoeging biedt huisartsen de mogelijkheid om digitaal of schriftelijk advies te vragen van medisch specialisten, zonder de noodzaak voor directe doorverwijzing van patiënten naar ziekenhuizen. Het initiatief sluit aan bij de doelen van het Integraal Zorgakkoord (IZA) en het Aanvullend Zorg- en Welzijnsakkoord (AZWA), die beide inzetten op op passende zorg en versterking van de eerste lijn.

Het meedenkadvies heeft als doel onnodige verwijzingen naar de tweede- of derde lijn te verminderen specialistische expertise toegankelijker te maken voor de eerstelijnszorg. Zo kan de zorg dichter bij de patiënt worden georganiseerd en blijft de regie in handen van de huisarts. Door het gericht inwinnen van specialistisch advies kan de patiënt vaker in de eerste lijn behandeld blijven; een verwijzing volgt enkel als het advies dit noodzakelijk maakt. Adviezen die buiten reguliere werktijden worden gevraagd, zijn eveneens declarabel. Deze regeling is een wens van de Landelijke Huisartsen Vereniging (LHV) en is goedgekeurd door de Nederlandse Zorgautoriteit (NZa).

De nieuwe prestatie is opgenomen in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2026 en valt onder het S1-systeem, verwijzend naar de categorie 'Standaardprestaties'. Binnen deze categorie vallen de landelijke prestaties die door de NZa zijn vastgesteld, zoals consulten, diagnostiek en adviesmomenten. Het model dient sinds 2022 als bekostigingskader en is ontworpen om de administratie te vereenvoudigen, transparantie te bevorderen en een eerlijke vergoeding te bieden voor daadwerkelijk geleverde zorg. Met de toevoeging van het meedenkadvies aan het S1-systeem wordt deze eenduidige bekostigingsstructuur nu ook toegepast op consultatieve samenwerking tussen de eerste en tweede lijn.

De formele beschrijving van het meedenkadvies is opgenomen in de Beleidsregel huisartsenzorg en multidisciplinaire zorg 2026 (BR/REG-26112). De prestatie betreft het opstellen en aanbieden van een casus door de huisarts aan een medisch specialist, inclusief relevante gegevens, diagnostiek en een gerichte vraagstelling. De specialist beoordeelt de casus en geeft schriftelijk of digitaal advies, zonder direct patiëntcontact. De zorgvraag en het advies worden vastgelegd in het medisch dossier. Het meedenkadvies mag één keer per zorgvraag worden gedeclareerd en alleen wanneer de huisarts zonder dit advies naar alle waarschijnlijkheid zou hebben verwezen. Als de patiënt al onder behandeling is bij een specialist of wanneer het overleg onderdeel is van bestaande multidisciplinaire afspraken, is declaratie niet mogelijk.

De invoering van het meedenkadvies binnen S1 is een belangrijke stap richting meer geïntegreerde en doelmatige zorg. Het versterkt de samenwerking tussen huisartsen en medisch specialisten, maakt specialistische kennis toegankelijker en helpt onnodige verwijzingen te voorkomen. Daarmee vergroot het advies de zelfstandigheid van de huisarts en houdt de zorg dichtbij, goed georganiseerd en meer patiëntgericht. Meer informatie is te vinden in de officiële publicatie van de NZa: Vanaf 2026 landelijke prestatie meedenkadvies binnen S1.

Het nieuwe meedenkadvies sluit aan bij de brede beweging naar passende zorg zoals vastgelegd in het IZA en AZWA: zorg die aansluit bij de behoefte van de patiënt, georganiseerd op de juiste plek en door de juiste professional. Ter ondersteuning van de implementatie is een handreiking ontwikkeld door de LHV en de Federatie Medisch Specialisten (FMS). Deze handreiking biedt praktische informatie over de uitvoering van het meedenkadvies en geeft een overzicht van de beschikbare consultatie- en adviesvormen, inclusief hoe deze volgens de nieuwe regelgeving effectief kunnen worden toegepast. Meer informatie kunt u vinden via de volgende link: handreiking meedenkadvies .

Deel blog: