Drieluik deel 2: Chronische pijn zit ook tussen de oren

Aurora van de Loo
24 september 2018
3 min

Dialoog tussen neuroloog-klinisch psycholoog-patiënt

Deel 2: Perspectief van de klinisch psycholoog

De patiënt weet het wel, maar dat is niet op hem van toepassing

Bij onze eerste afspraak zegt de patiënt dat hij hier niet wil zitten, hij weet wel dat de arts heeft uitgelegd hoe het zit met het biopsychosociale model maar dat betekent toch niet dat hij direct naar de psycholoog moet, of toch wel?! Dat is voor hem thuis nauwelijks uit te leggen. Hij kijkt me dan ook wantrouwend aan. JIJ kan me toch niet van de pijn afhelpen?

Dit is een gebruikelijk begin van het contact, en heel voorstelbaar. Want de uitleg van het model klinkt wel logisch als je het hoort, maar eenmaal buiten is de samenhang vaak even snel weer weg en is de behoefte aan een somatische oplossing weer helemaal terug. Zeker als iemand thuis komt en het vergeefs probeert uit te leggen wat de arts heeft bedoeld.

Terug naar de basis

Ik probeer daarom weer terug te gaan naar de basis. De pijn zit in het lichaam en doet verrekte zeer, met weinig mogelijkheden om het te beïnvloeden. En met grote gevolgen. Hij kan niet meer werken, hij kan niet meer thuis actief zijn, hij heeft geen zin meer om naar verjaardagen te gaan, hij ziet het steeds minder zitten, op deze manier oud worden wil hij voor geen goud.

Het inventariseren van de gevolgen maakt dat hij zich gezien voelt, begrepen voelt in zijn ellende. Hij begrijpt ook wel dat als hij zo weinig meer kan en weinig meer wil, hij steeds maar met die pijn bezig is die alles aan het verpesten is, het maakt hem zo machteloos en boos. Hij snapt ook wel dat als hij zoveel met zijn pijn bezig is, hij die pijn ook erger voelt. En dat daarmee de cirkel rond is en dat dat in de tijd alleen maar erger wordt. Ik noem dan nergens meer het woord model of psychosociaal, ik blijf dan bij de taal en woorden die hij gebruikt.

Belangrijke waarden vanuit het perspectief van de patiënt

Maar wat nu, somatisch lijkt er niets onvoldoende gedaan te kunnen worden aan zijn pijn. Waar ligt dan de ruimte om zich wat beter te gaan voelen, wat kan hij zelf doen? Langzaam gaan we over naar het zoeken naar manieren waarop zijn pijn minder centraal kan komen staan? Wat is voor hem belangrijk om te kunnen doen (zijn waarden)? Dan begint hij over zijn kinderen, die hij wil helpen met huiswerk en mee kan gaan als ze gaan voetballen of tennissen. En met zijn vrouw weg kunnen gaan op vakantie. Daar komt hij nu niet meer aan toe. Zo, nu hebben we concrete doelen, de rest van de tijd en de volgende ontmoetingen hebben we het over die doelen, niet óf hij dat kan doen maar hóe. En dan hebben we het niet meer over de pijn maar over hemzelf.

Het (biopsychosociale) model alleen is vaak niet zinvol voor een patiënt

De crux in dit verhaal is dat het gebruik van modellen nogal tricky is bij de behandeling en dat het van belang is om de eigen taal/woorden te laten gebruiken. Het (biopsychosociale) model alleen is vaak niet zinvol voor een patiënt. Die heeft geen voeling met een model, wel met zijn levenssituatie.

Daarom is het zinvol om zijn belevingswereld steeds centraal te zetten en niet het stukje pijn eruit te lichten als een geamputeerd stukje.

Door: Brigitte Brouwer neuroloog, Erkan Kurt neurochirurg, Han Samwel klinisch psycholoog, Ilona Thomassen lid patiëntenvereniging, Kim Wabeke pijnverpleegkundige en Martin Blomenkamp pijnverpleegkundige

Algemeen Bestuursleden van de Pijn Alliantie in Nederland (P.A.i.N.)

Sectie onderwijs

Deel blog: