De expertise van Alexander Hoischen ligt op het grensvlak van genetica en immunologie: daar onderzoekt hij het DNA van patiënten met zeldzame erfelijke afweerstoornissen. Bij een verdenking op een genetische oorzaak, duikt Hoischen in het DNA, op zoek naar een foutje. Hoischen: ‘Ik vind het mooi dat ik werk aan verschillende aandoeningen, waar vaak nog maar weinig over bekend is. We kunnen echt een verschil maken voor de patiënt. Ook is het geweldig dat we analyses opzetten, die regelmatig al binnen een jaar leiden tot nieuwe testen en diagnoses in de kliniek.’
Deze patiënten met afweerstoornissen komen in het ziekenhuis met veel, bijzondere of zware infecties. Een genetisch defect kan bij hen zorgen dat een deel van het immuunsysteem niet goed werkt, of veel te actief is. ‘Dit soort zeldzame ziektes vereisen academische zorg, waarvoor we in het Radboudumc een geweldig multidisciplinair team hebben opgebouwd’, zegt Hoischen. ‘We kunnen gemakkelijk afweercellen afnemen om meer te weten te komen, want die zitten gewoon in het bloed.’ Van die cellen analyseert hij niet alleen het DNA, maar hij doet er ook testen mee in het lab. Zo vindt hij in vijftien tot twintig procent van de gevallen een genetische oorzaak en begrijpt hij beter wat er aan de hand is.
Bubble boy
Vervolgens leidt dat in een heel hoog percentage, bijna tachtig procent, tot actie. ‘We weten dan wat de vooruitzichten zijn, en kunnen richting therapie denken’, vertelt Hoischen. ‘We gebruiken bijvoorbeeld medicijnen die al voor andere aandoeningen zijn geregistreerd, en op de afweerreactie ingrijpen. Ook is het fijn als er een einde komt aan de zoektocht naar een oorzaak. Een genetische onderbouwing helpt bij preventie en familieplanning, en bij heftige beslissingen, zoals een stamceltransplantatie.’
Een bekend voorbeeld van het werk van Hoischen is het onderzoek bij gezonde jonge mannen die ernstig ziek werden door COVID-19. Hoischen en collega's lieten zien dat deze mannen een fout hadden in het gen voor TLR7, dat een belangrijke rol speelt in de herkenning van het coronavirus. Dat gaf aanknopingspunten voor behandeling. Ook vond Hoischen de genetische oorzaak van een zeldzame 'bubble boy' ziekte SCID. Een aantal gevonden patiënten kreeg een stamceltransplantatie, en SCID zit sinds 2021 in het landelijke hielprik-programma.
Completer
De analyse van het gehele DNA van een individuele patiënt gebeurt sinds 2008 in de kliniek en de afdeling Genetica is wereldwijd toonaangevend in die ontwikkeling. Momenteel gaat het in het Radboudumc om 15.000 diagnostische testen per jaar. De meeste daarvan gebruiken een techniek genaamd exome sequencing. Daarbij worden alleen de genen in kaart gebracht die coderen voor eiwitten, niet het DNA wat daartussenin zit. Maar het aantal testen met een nieuwere techniek, genome sequencing, neemt toe. Daarbij komt het gehele DNA in kaart.
Binnen die genome sequencing zijn er ook weer allerlei ontwikkelingen. ‘Eerst maakten we gebruik van short reads, waarbij we kleine stukjes DNA aflezen en daarna in elkaar puzzelen. Maar daarmee zitten er nog gaten in de analyse’, legt Hoischen uit. ‘Nu gaan we over naar long reads, langere stukken DNA, waardoor het beeld van het erfelijk materiaal nog completer wordt.’ Hoischen toonde recent aan dat deze techniek alsnog een diagnose oplevert in 13% van de gevallen waar eerder geen genetische oorzaak werd gevonden. ‘Ik hoop dat we over drie jaar voor alle patiënten met zeldzame ziekten een analyse met long reads kunnen doen.’
Loopbaan
Alexander Hoischen studeerde Biologie aan de Rheinische Friedrich-WilhelmsUniversity in Bonn. Daar promoveerde hij vervolgens in 2008 summa cum laude op zijn proefschrift, getiteld: “Establishment and application of array-CGH in clinical genetics and tumor genetics”. Vervolgens startte hij als postdoc bij de afdeling Genetica van het Radboudumc. Vanuit die functie werkte hij ook bij het Institute for Genome Sciences in Seattle. Hoischen werkt momenteel zowel bij de afdeling Genetica als bij de afdeling Interne Geneeskunde.
Hoischen is work-package leader op het Europese onderzoeksproject Solve-RD en kreeg recent een VICI-subsidie. Hij is Chief Innovation Officer bij de afdeling Genetica, RGL van het programma Genomics of Rare Undiagnosed Diseases en Scientific Director van het Radboudumc Technology Center Genomics. Internationaal is hij de voorzitter van het Scientific Program Committee van de European Society of Human Genetics (ESHG). De benoeming tot hoogleraar is ingegaan op 1 juni 2024 voor een periode van vijf jaar.
Header: Alexander Hoischen